Pagina's

Totaal aantal pageviews

woensdag 19 oktober 2011

Hoe het genoteerd staat en hoe het klinkt

Bladmuziek voor klarinet, trompet en saxofoon staat anders genoteerd, dan dat het klinkt.
Waarom is dat?

Bij blaasinstrumenten bepalen lengte en dikte van de buis mede de toonhoogte. Door het aanbrengen van gaatjes en het dichtdrukken van bepaalde gaatjes verandert de lengte van de buis en dus ook de voortgebrachte toonhoogte. Van bepaalde instrumenten bestaan er zogenaamde families. Een bekend voorbeeld is de familie van de saxofoon, variƫrend van de kleine sopraansax met een hoog toonbereik tot de grote baritonsax met een laag
toonbereik.


Om een bepaalde toonhoogte voort te brengen moet er een patroon van gaatjes dichtge¬drukt worden in de buis van het instrument (klik op de afbeelding voor een compleet overzicht):

Bij elk familielid van dit instrument moet voor het laten klinken van tonen met eenzelfde toonhoogte steeds een andere greep genomen worden. Eenzelfde greep bij de instrumenten van de familie van de sax veroorzaakt, vanwege verschillende buislengte, tonen met eensteeds andere toonhoogte.
Om de muzikant tegemoet te komen is ervoor gekozen de grepen ten opzichte van een genoteerde toon gelijk te houden.
Dit kan alleen door de notatie van de afzonderlijke tonen aan te passen. Kijk en luister naar een overzicht van notatie en werkelijke klank (of beter gezegd werkelijke toonhoogte) bij de familie van de saxofoons:








Andere blaasintrumenten met een notatie die verschilt van de werkelijke toonhoogte zijn de klarinet (in Eb of Bb), de trompet (in Bb) , trombone (in Bb).


Ga naar de catalogus van Bibliotheek Rotterdam voor boeken, bladmuziek, methoden op DVD over blaasinstrumenten.


John Valk